Vandaag vroeg ik in de commissie Sociale Zaken aandacht voor een vaak vergeten groep slachtoffers van corona, de sekswerkers. Ze zijn vaak de laatsten aan wie we denken.
Al voor COVID-19 zaten deze vrouwen, mannen en hun gezinnen vaak in extra precaire situaties: vaak zonder papieren, zonder vaste verblijfplaats, zonder toegang tot sociale rechten. Ze leefden niet, ze overleefden.
Vandaag zijn ook hun activiteiten grotendeels stilgevallen. Gevolg: geen middelen om te overleven, maar ook geen steun. Zij die toch verderwerken doen dat in uiterst gevaarlijke omstandigheden. Verder weg van de straat, verder weg van politie, verder weg van andere slachtoffers, dichter bij misbruik en geweld.
De sector spreekt over een explosie van hulpvragen en van de meest extreme situaties. Hulporganisaties roepen hun publiek intussen op voorzorgsmaatregelen m.b.t. hun veiligheid en gezondheid te nemen. Alias vzw heeft bijvoorbeeld een campagne gestart waarbij online seks gepromoot wordt als veilig alternatief.
Toch blijft het dweilen met de kraan open. Op mijn vraag kon minister van Welzijn Alain Maron (Ecolo) bevestigen dat de regering momenteel op zoek is naar extra middelen om de sector te ondersteunen. Wordt dus vervolgd.
Mijn volledige tussenkomst vind je op de YouTube-pagina van het Brussels Parlement.