Tijdens de laatste plenaire vergadering van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie op 20 juli 2019 hield ik mijn vuurdoop als parlementair. Over het Brussel dat we delen, maar ook over sherrywijn …
“Brussel is wat we delen”
Mijn eerste voorstel als lid van deze Raad is om de mooie titel “Brussel is wat we delen” te onteigenen en tot onze lijfspreuk te maken. Het zou de basistaak van deze Raad moeten zijn om met alle instellingen, colleges en parlementen die in Brussel aanwezig zijn, samen te werken. Een evidentie. Brussel is immers wat we delen.
Ik was dan ook blij om eergisteren in de plenaire zaal met de leden van beide taalgroepen samen te zitten en naar elkaar te luisteren. Het is ook een heel goede zaak dat alle regeerakkoorden, dus zowel die van de VGC als die van de Cocof als van de GGC- ook naar elkaar verwijzen. Ook naar de Vlaamse Overheid werd in de diverse regeerakkoorden tot 9 keer toe verwezen. De ene vindt dat te veel de andere te weinig. We gaan het samen moeten doen. Dus hoe meer hoe liever.
“Omarm de sherry wijn”
Mijn tweede voorstel luidt: “Omarm de sherrywijn.” Het is misschien in deze tijden gewaagd als politicus om over alcohol te beginnen. Ik ben ook niet van plan om, zoals collegelid Sven Gatz eerder deed, voor de alcoholsector te gaan werken.
De laatste dagen beweerde men vaak dat er een tegenstelling zou bestaan tussen oude en nieuwe wijn. In mijn geboortestreek weten we wel beter. Sherrywijn wordt immers gemaakt van een mengsel van oude en jonge wijn. De oudste wijn staat onderaan; de jongste wijn helemaal bovenaan. Elk jaar wordt er een beetje jonge wijn bij de oude gedaan en worden de oudste vaten geleegd.
Sherrywijn is ook een export- en importproduct. De vaten komen van Noord-Amerika. Eens ze gebruikt zijn, worden ze naar Schotland geëxporteerd om er whisky in te maken. Dit geldt ook voor de beleidsdomeinen van de VGC: import van ideeën van buiten de VGC en export van onze ideeën naar de andere instellingen. Ik kom hierop terug wanneer de teksten worden besproken.
Zo is dit regeerakkoord ook. Een frisse dessertwijn die bijzonder lekker smaakt.
Dit bestuursakkoord is, net zoals de sherrywijn, een frisse dessertwijn. Er staan frisse, nieuwe ideeën in waarvan de Brusselaars beter zullen worden. Vijf zaken sprongen mij alvast in het oog.
Vooreerst zijn er de woorden “klimaat” en “duurzaam”. Voor de ene mag “fossielvrij” een verschrikkelijk woord zijn. Hoe dan ook: het komt voor de eerste keer voor. In het vorige bestuursakkoord werd het woord “klimaat” maar één keer vermeld. Toen ging het over het “pedagogisch klimaat”. Nu durft de VGC de haar rol te spelen om een klimaatverantwoordelijke overheid te zijn. Ik ben dan ook heel blij dat de VGC haar verantwoordelijkheid opneemt.
“Dekolonisatie” staat er ook voor de eerste keer in en “diversiteit” wordt omarmd. Dit is niet onbelangrijk. Ik zie in deze zaal trouwens ook al een zekere diversiteit. Er zitten mensen met zeer diverse achtergronden gaande van Turnhout over Torhout tot zelfs Sevilla. Ik ben tevreden dat we op deze manier zullen kunnen samenwerken met de Brusselaars die eveneens zeer diverse achtergronden hebben.
“Participatie” en “commons” zijn ook 2 mooie woorden die in het vorige bestuursakkoorden minder voorkwamen. Net als het woord “leegstand” staan ze in dit akkoord centraal. Bovendien worden deze woorden strategisch ingezet in zowel alle beleidsdomeinen als in het strategisch meerjarenplan. Wij voeren niet alleen een beleid vanuit de VGC. De impulsen hiertoe moeten ook van buitenaf komen.
Er is ook -en ik kom terug op import en export- één cultuurloket en één Loket Kinderopvang. Langs Nederlandstalige zijde kenden we dit al. In zowel dit bestuursakkoord als in het gewestelijk regeerakkoord staat de ambitie vervat om dit loket voor kinderopvang te gaan verbreden naar de werking van de Cocof. We zullen hiertoe dus samen de hand aan de ploeg slaan.
De oude wijn van onderwijs smaakt lekker en wordt vandaag, op z’n sherrys, gemengd met de meertalige nieuwe wijn. Voor wat het importmodel betreft, kijken sommigen naar Finland. Ik kijk eerder naar Baskenland waar men zowel in het Spaans, als in het Baskisch als in het Spaans-Baskisch school kan lopen. Een zeer succesvol model.
“Ik hef weer het glas”
Ik hef tenslotte het glas. Helaas zit er geen sherrywijn in. Ik zal eindigen met een persoonlijke noot en een wens. Toen ik hier aankwam was ik 10 jaar jonger, 10 kilo lichter en twee talen armer. Dat ik hier vandaag mijn maiden speech mag houden, is een pluim voor Brussel, Vlaanderen en België. Ik ben dankbaar voor de kansen die ik kreeg. Het mag nog wat ambitieuzer; ook mensen met een iets donkerdere huidskleur of van een ander geslacht verdienen meer kansen. Ik ben echter blij dat men deze weg is ingeslagen. Het is ook fijn dat de VGC op dit vlak duidelijke ambities koestert.